Paragrafen

D. Financiering

Hieronder wordt een analyse gegeven van de risicoaspecten die verbonden zijn aan de uitvoering van de treasuryfunctie binnen de gemeente Rheden. Wij gaan daarbij in op de renterisico’s, kredietrisico’s, en debiteurenrisico's.

Renterisico’s

Voor het renterisicobeheer worden de normen gehanteerd conform de Wet FIDO. Het gaat hierbij om de kasgeldlimiet, waarbij een beperking wordt opgelegd aan de omvang van de netto vlottende schuld én de renterisiconorm. De renterisiconorm bepaalt het maximum aan leningen met een rente typische looptijd van één jaar of langer die geherfinancierd moeten worden of waarvan de rente herzien moet worden. Deze normen zijn ingesteld om de invloed van rentewijzigingen op het resultaat te beperken. Hieronder wordt een berekening gegeven van de kasgeldlimiet en de renterisiconorm.

Tabel: Berekening kasgeldlimiet

Post(bedragen x € 1.000)

2025

Begrotingstotaal (bedrag)

175.420

Toegestane kasgeldlimiet (percentage)

8,5%

Kasgeldlimiet (bedrag)

14.911

De kasgeldlimiet geeft de maximale omvang van de netto vlottende schuld aan. De netto vlottende schuld is het saldo van rekening courant kredieten en tegoeden, het kasgeld en de opgenomen gelden met een oorspronkelijke rente typische looptijd van korter dan één jaar.
Indien 3 kwartalen achtereen de kasgeldlimiet wordt overschreden moet de toezichthouder (de provincie) geïnformeerd worden en een plan worden ingediend. Wanneer de netto vlottende schuld boven de kasgeldlimiet uitkomt, wordt door omzetting naar een langlopende lening ruimte gecreëerd. Door middel van een goede planning en monitoring wordt de kasgeldlimiet bewaakt.

Tabel: Berekening renterisiconorm

Post (bedragen x € 1.000)

2025

2026

2027

2028

1. Renteherzieningen

0

0

0

0

2. Aflossingen

0

15.000

20.000

35.000

3. Renterisico (=1+2)

0

15.000

20.000

35.000

4a. Begrotingstotaal

175.420

156.830

156.289

156.723

4b. Percentage cf. ministeriële regeling

20%

20%

20%

20%

4. Renterisiconorm (=4ax4b)

35.084

31.366

31.258

31.345

5. Ruimte binnen de norm (=4 -3)

35.084

16.366

11.258

-3.655

De renterisiconorm geeft de som aan van het bedrag aan vaste schuld waarvan de rente mag worden herzien of het bedrag dat in aanmerking komt voor herfinanciering. Hiermee wordt nagestreefd dat de vaste leningenportefeuille zodanig gespreid is dat de renterisico’s gelijkmatig over de jaren zijn verdeeld. De renterisiconorm is vastgesteld op 20% van het begrotingstotaal.

Het renterisico wordt berekend door te bepalen welk deel van de portefeuille aan vaste schuld in enig jaar geherfinancierd moet worden door het aangaan van nieuwe leningen én voor welk deel van de vaste schuld op basis van de leningsvoorwaarden de rente wordt herzien. Het aldus berekende bedrag geeft dan het bedrag aan waarover renterisico’s worden gelopen.

Kredietrisico’s

Kredietrisico’s worden gelopen bij het uitzetten van overtollige middelen en het verstrekken van leningen en garantstellingen. Kredietrisico’s worden beperkt door de eisen die de Wet financiering decentrale overheden (Wet FIDO) stelt aan tegenpartijen en producten op de geld- en kapitaalmarkten en door de specifieke eisen die de gemeente stelt aan de partij waaraan middelen worden verstrekt.

De verwachting is dat er in 2025 geen overtollige middelen worden uitgezet. Eventuele tijdelijke overtollige kasmiddelen zullen worden uitgezet conform de wettelijke kaders inzake het schatkistbankieren.

Op de reeds verstrekte leningen is het risico minimaal gezien de geldnemers en de looptijd. Het gaat hier een achtergestelde lening aan Alliander, AV Gelre, Starterslening VROM, SVN duurzaamheidsleningen en SVN blijvers leningen. Begin 2024 bedraagt het saldo ca. € 5,2 miljoen.

Daarnaast neemt de gemeente Rheden deel in het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW). Middels een achtervangovereenkomst staat de gemeente per 31-12-2023 garant voor ca. € 206,3 miljoen aan leningen die zijn verstrekt aan woningcorporaties. Gezien de vermogenspositie van het WSW, de goede controle en toetsing door dit fonds en de spreiding van de risico’s over de deelnemende gemeenten en het feit dat er nog nimmer een beroep op de achtervang is gedaan, is dit als een zeer laag risico te kwalificeren.

Debiteurenrisico’s

De debiteuren worden in de balans gewaardeerd tegen nominale waarde, onder aftrek van een voorziening voor dubieuze debiteuren. Periodiek worden de posten beoordeeld op inbaarheid. Eventuele oninbare vorderingen worden afgeboekt ten laste van de voorziening. De hoogte van deze voorziening wordt jaarlijks bij de jaarrekening opnieuw vastgesteld.

Deze pagina is gebouwd op 02/06/2025 13:30:33 met de export van 01/31/2025 16:50:31